Ingrediënten
- 250 g boter
- 200 g fijne speltmeel
- 100 g boekweitmeel
- 300 g gemalen amandelen of walnoten
- 2 tl wijnsteenbakpoeder
- 2 tl kaneel
- ½ tl gemalen kruidnagel
- 120 g Sharkara
- een snufje zout
- sap en rasp van een halve citroen
- 3 el koud, bruisend water
- 200 g dikke pruimen- of aalbessenjam
Linzertaart
Onze Oostenrijkse ayurvedische kok Heide Maria Vendler trakteert u op een nieuw recept: een klassieke Linzertorte, maar dan met spelt- en boekweitmeel. In plaats van de standaard pruimenmoes beveelt ze aan ‘Powidl’ te gebruiken, een zeer geconcentreerde kwetsenmoes uit haar vaderland, zonder toegevoegde suikers. Mocht u deze moes bij u in de buurt niet kunnen vinden, dan smaakt de Linzertorte ook erg goed met stevige aalbessenjam. We wensen u veel bakplezier en hopen dat de taart u smaakt!
Bereiding
Meng meel, bakpoeder, specerijen en zout door elkaar. Snijd de boter in kleine stukken en wrijf deze samen met het meelmengsel tussen uw handpalmen. Meng de rest van de ingrediënten erdoor en kneed vervolgens snel tot een zacht maar stevig deeg. Laat het deeg een half uur rusten.
Bekleed een taartvorm (24 cm doorsnee) met bakpapier en druk driekwart van het deeg in de vorm. Verdeel de jam erover. Laat rondom een smalle rand (max. 0,5 cm) vrij. Rol de rest van het deeg tot dunne slierten en versier met een deel de rand van de taart. Leg de overgebleven deegslierten in een raster over de taart. Bak de taart op 180 graden (boven- en onderwarmte) in circa 45 minuten gaar (test met een satéprikker). Maak de taart liefst een dag eerder. Als de taart namelijk een dag rust, wordt hij heerlijk smeuïg.